Enquête en analyse
Deze enquête gaat over leren voor testen volgens de manier van Vermunt, die vier leerstijlen (de reproductie stijl, de betekenisgerichte stijl, de toepassingsgerichte stijl en de ongerichte leerstijl) heeft bedacht. Aan deze enquête hebben 38 4VWO’ers meegedaan.
Onderzoeksvraag:
Hoofdvraag: Zit er verschil tussen 4VWO jongens en meisjes op welke manieren ze leren voor testen?
Deelvragen: Ben je een jongen of een meisje?
Hoe leer jij woordjes?
Hoe leer jij teksten?
Hoe leer jij wiskunde?
Hoe ver van tevoren begin je met leren?
Hypothese
De verwachting is dat meisjes vaker de reproductieve leerstijl gebruiken dan jongens. Jongens leren ook vaker ongericht dan meisjes. De toepassingsgerichte stijl wordt meer gebruikt door jongens dan door meisjes. Bij betekenisgerichte stijl zie je geen verschil. (Bron 1)
Resultaten

Conclusie
Jongens en meisjes (als je kijkt naar procenten) leren voor elke soort vaardigheid redelijk op dezelfde manier.
Discussie
Als je kijkt naar vraag 2: ‘Hoe leer jij woordjes?’ zie je dat de meeste mensen leren door te stampen, dit is de reproductie stijl. Er zit in procenten een redelijk groot verschil tussen jongens en meisjes bij stampen, een verschil van 19.3 %. Dit resultaat blijkt bij eerder onderzoek van Severiens en Ten Dam (1997) ook zo te zijn (Bron 1). Jongens leggen meer verbanden bij woordjes leren dan meisjes.
Bij vraag 3: ‘Hoe leer jij teksten?’ zie je meer verschillen. Zo leren meisjes het meest door te stampen, jongens leren evenveel door stampen als door verbanden te leggen, de betekenisgerichte stijl. Uit eerder gedaan onderzoek zouden meisjes en jongens evenveel doen aan de betekenisgerichte stijl, alleen dit zie je niet terug in ons onderzoek. Na stampen leren meisjes vooral door toe te passen. Vervolgens door verbanden te leggen en het minst volgens de ongerichte leerstijl. Het toepassen zou volgens het onderzoek van Ten Dam meer door jongens gebruikt worden dan door meisjes en dat zie je bij ons onderzoek niet terug. De meeste jongens leren door te stampen en verbanden te legen en minder door toe te passen en de ongerichte stijl.
Bij vraag 4: ‘Hoe leer jij wiskunde?’ zie je dat jongens en meisjes beiden het meest leren door toe te passen, de toepassingsgerichte stijl. Ook hier zouden volgens het onderzoek van Ten Dam jongens meer op deze manier leren dan meisjes. Dit komt niet overeen met onze enquête. Verder is het grootste verschil dat jongens ook stampen en meisjes niet. Ook dit zou volgens Ten Dam niet kloppen omdat uit haar onderzoek is gebleken dat meisjes juist meer stampen dan jongens.
Je kan ons onderzoek in zijn geheel redelijk in twijfel brengen. Dit komt omdat het een te kleine steekproef is, waardoor de uitkomsten niet betrouwbaar zijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb